Sinds de vroege private previews van Microsoft Fabric hebben mijn team en ik de kans gehad om nauw samen te werken met klanten uit verschillende sectoren om schaalbare, beheersbare en hoogpresterende dataplatforms vorm te geven. Onderweg hebben we een set best practices opgebouwd—gebaseerd op ervaring, niet op theorie. In deze blog wil ik drie belangrijke principes delen die keer op keer het verschil maken in onze projecten. Ze raken aan proces, data en technologie de echte pijlers van elke solide Fabric-implementatie.
Een van de eerste dingen die we doen bij de start van een Fabric-project is even vertragen. Waarom? Omdat de tijd nemen om rollen, verantwoordelijkheden en governance vooraf helder te krijgen, later weken aan werk (en hoofdpijn) kan besparen.
In de praktijk betekent dit dat we een gestructureerde RACI definiëren voor belangrijke processen zoals demand intake, changemanagement en incidentafhandeling. Het betekent ook dat we kwaliteitskaders toepassen—duidelijke testmethodologieën, checklists en peer reviews—om last-minute verrassingen te voorkomen.
Belangrijkste les: als iedereen weet wat er van hem of haar verwacht word en hoe we samenwerken, wordt de oplevering sneller, soepeler en veel beter voorspelbaar.
Fabric biedt enorme mogelijkheden om data engineering, data science en BI te verenigen. Maar zonder een solide data governance-ruggengraat loop je al snel tegen inconsistentie, duplicatie en verwarring aan.
Daarom brengen we vanaf dag één een Data Governance Playbook in. Dit bevat standaarden voor datamodellering, naamgeving, versiebeheer, eigenaarschap en lineage-tracking. We integreren ook met bestaande enterprise governance-tools en—vooral bij klanten in de publieke sector—stemmen af op open data-standaarden en interorganisationele afspraken.
Als je streeft naar herbruikbare, productvormige dataservices over domeinen of afdelingen heen, is deze afstemming geen “nice-to-have”. Het is een must.
Lesson learned: governance is niet iets wat je achteraf toevoegt. Je bouwt het vanaf het begin in je deliverymodel in.
Fabric is geen “one-size-fits-all”-platform. Het is een krachtig maar complex ecosysteem—OneLake, Notebooks, Pipelines, Power BI en meer—geïntegreerd in één enkele SaaS-ervaring. Die integratie is een groot voordeel, mits je het met architecturale discipline benadert.
Wij werken met een gelaagd model dat het platform opsplitst in vier operationele zones, elk met een eigen doel en governance-regels. We definiëren naamgevingsconventies voor elk Fabric-item—van lakehouses tot pipelines en metrics—en zorgen voor afstemming met het Microsoft Cloud Adoption Framework en het Well-Architected Framework.
Om de time-to-value te versnellen, hebben we ook een Fabric Delivery Kit ontwikkeld: herbruikbare pipelines, code snippets, Power BI-templates en infrastructure-as-code voor provisioning. Het gaat niet om het wiel opnieuw uitvinden, maar om hergebruik van wat werkt.
Lesson learned: In Fabric, structuur betekent vrijheid. Hoe gestandaardiseerde je aanpak, hoe flexibeler je innovatie kan zijn.
Als je tot hier hebt gelezen, neem je Fabric waarschijnlijk serieus. En dat is precies waar we bij Cegeka voor staan—geen snelle successen, geen magische dashboards, maar duurzame, toekomstbestendige dataplatforms die meebewegen met je organisatie.
Microsoft Fabric is een echte game-changer. Maar alleen als je het behandelt met de strategische, architecturale en governance-zorg die het verdient.
Als je op zoek bent naar een sparringpartner die ervaring heeft in de praktijk en je kan helpen veelvoorkomende valkuilen te vermijden, staan we altijd open voor een gesprek. Of je nu net begint of een bestaande omgeving wilt optimaliseren, we helpen je graag een dataplatform vorm te geven dat vandaag werkt en klaar is voor morgen.