Een veelvoorkomend misverstand is dat IoT ‘de zoveelste nieuwe databron’ is. Maar dat zie ik toch anders. Als ik denk aan een databron, dan zie ik nullen en enen voor me, in een statisch bestand. Zeg maar een Excelsheet. Dit noemen we ook wel koude data. Die is zeker bruikbaar en biedt waardevolle inzichten, maar geeft niet per definitie inzicht in een actuele situatie.
IoT daarentegen stroomt en vloeit. Het is warme data, realtime gegevens op basis waarvan nu besluiten kunnen worden genomen. Denk aan een afvalcontainer die op dit moment vol raakt. Als een gemeente daar nú een ploeg op afstuurt, is het legen van de container vijf minuten werk. Is er geen actuele informatie over de container, dan staan over een kwartiertje de eerste zakken ernaast en is de afvaldienst morgen twintig minuten bezig met opruimen.
Onderhoud sensoren
Het feit dat IoT warme data brengt, en géén statische databron betreft, is cruciaal om te onthouden. Die continue datastroom moet immers ergens vandaan komen: sensoren. Voor gemeenten die willen transformeren tot smart city brengt dit extra werk met zich mee. Sensoren moeten namelijk worden aangesloten en vragen daarna om beheer en onderhoud.
Dat betekent óók dat je voor een echte smart city verder moet kijken dan technische data engineers en data scientists. Die zijn gewend aan het werken met data en databases, en zijn vaak minder bedreven in de hardware die de gegevens levert. Er staan fysieke apparaten op locatie die veilig moeten zijn en onderhoud nodig hebben.
Kennis noodzakelijk
Data is niet tastbaar. Geen inwoner van een gemeente zal klagen dat hij last heeft van data. ‘De data staat scheef.’ ‘Er staat data in m’n pad.’ Waar ze wél mee te maken kunnen krijgen, zijn de sensoren en camera’s. Die kunnen vragen oproepen, beklad zijn, per abuis in een tuin schijnen, of beschadigd raken bij een storm. IoT levert dus data, maar is voor de lokale overheid allesbehalve een desk job. Je krijgt te maken met device management. Medewerkers moeten eropuit voor onderhoud. Dit betekent dat ze kennis moeten hebben: wat is dit voor sensor, wat doet het, hoe werkt die?
Ook hiervoor geldt: houd dit zoveel mogelijk in eigen beheer. Besteed beheer en onderhoud niet uit. ‘As a service’ klinkt aantrekkelijk, maar lokale overheden hebben vaak toch al medewerkers die in de wijken en buurten actief zijn. Het is een kleine moeite om op de route even een batterij te vervangen of een sensor op te poetsen. Zo heb je geen last van allerlei verschillende leveranciers.
Uitbesteding onwenselijk
Uitbesteding is niet alleen inefficiënt en kostbaar, maar ook onwenselijk voor overheden die graag dicht bij hun inwoners willen staan. Is het dan een goed idee om sensoren in beheer te geven van derde partijen die verder niets met de gemeente of provincie van doen hebben?
Bovenal is uitbesteding onnodig. Geavanceerde sensoren melden uit zichzelf wanneer ze zijn geraakt, scheef staan, trillen of de batterij dreigt op te raken. Zo’n update krijg je niet eens per maand, maar realtime. Dit stelt lokale overheden en hun buitendienst in staat om predictive maintenance uit te voeren: onderhoud precies op het moment dat het nodig is. Zo wordt het onderhoud van smart city-oplossingen net zo slim als de oplossingen zelf. Wie dit doorheeft, is klaar voor de volgende bouwsteen van de smart city: plug & play IoT. Daarover de volgende keer meer!
Feiko Gorter is Senior consultant Data & IoT bij Cegeka. Dit blog is deel 3 in een serie over de kansen en uitdagingen van overheden in de wereld van IoT.